31.5.12

Gesprekje

-Het is zeven minuten voor twaalf, Herma. Waarom ga je niet slapen?
Ik kan wel naar bed gaan, maar dan slaap ik toch niet.
-Nah, dat lijkt me stug, gisteravond ging je ook pas om half twee slapen, dus je bent vast wel moe nu.
Ja. Klopt. Maar 't is te druk in mijn kop.
-O?
Ja.
-Hoezo?
Nou. Morgen is Nona's oogoperatie. Om maar eens wat te noemen.
-Ah joh, dat is toch een routinedingetje?
Pfff, fatale laatste woorden. En dat ze me gisteren belden dat de ingreep toch door een andere chirurg gedaan wordt dan door degene met wie we laatst gesproken hebben, maakt het er niet beter op.
-Nou, die zal het toch ook prima kunnen?
Tuurlijk kan die het ook prima! Maar ze heeft Nona niet gezien, en mij niet gesproken. Nu komt ze morgenochtend ons handje schudden en vaart vervolgens blind op de aantekeningen van de ander. Brrr. Ik weet niet, ik vind het gewoon niet zo prettig.
-Het zal vast allemaal wel goed komen.
Ja...
-Is er nou nog wat?
Nou, ik wil er eigenlijk niet over beginnen...
-Komop, voor de draad ermee!
Nee, dat is net zo genant als een BN-er die zich snotterend laat filmen tijdens een tripje naar een hongersnoodland.
- ...
Prima, als je het echt weten wilt; ik krijg die dode Syrische kinderen, een meisje van vijf en haar broertje, hand in hand op een groezelig laken, niet meer van mijn netvlies.
-Dat is misschien maar goed ook.
Ja? Niet voor mijn nachtrust.
-Vind je dat zelf ook niet een beetje egoistisch?
Ja. Dat is egoistisch. Zeker. Maar het is ook niet zo dat ik veel keuze heb. Dat ik dadelijk in de badkamer mijn tanden sta te poetsen en ondertussen nog met mezelf moet overleggen: nou, wat ga ik zo doen; slapen óf de problemen in Syrie oplossen.
-Jemig, Herma! Als iedereen nou zo denkt!
Iedereen denkt al zo!  Iederéén gaat liever in zijn schone bedje liggen slapen, en dan morgen gezond weer op. Anders was het toch nooit zover gekomen!
-Ander onderwerp?
Beter van wel.
-Ruik ik iets?
Ja, beetje branderig, he?
-Wat is dat?
Dat ben jij!
-Verdomd! Nou je 't zegt. Sorry hoor! Ik heb het ook wel heel warm, moet ik zeggen.
Ik voel het.
- Zet me maar uit. Is beter voor ons allebei.
Is goed. Je hebt gelijk.
-En dan wel gewoon gaan slapen he?
Ja, doe ik.
-Beloofd?
Beloofd. En dan start jij morgen gewoon weer op he, zonder gedoe. Je weet, ik heb nog steeds geen back-ups...
-Ja hoor, komt goed.
En ik zou niet graag alle kinderfoto's enzo kwijt raken.
-Ik start morgen gewoon weer op.
Beloofd?
-Beloofd.
Oke. Fijn. Sorry nog, voor net...
-Is al goed. Ik had ook niet zo moeten drammen. Jullie nog succes, morgen.
Dank.
Nou. truste dan maar.
-Ja. Truste.
                                 
                                                                            --







15.5.12

Ik kan veel beter zwijgen

Ik ben toch wel zó slecht in small talk, het is gewoon beangstigend.
Honderden keren heb ik mezelf voorgenomen in vredesnaam mijn mond te houden als ik niet weet hoe ik moet reageren, maar mijn mond is sneller dan mijn hersenen, en out comes the blabber.
Zo passeerde mij enige tijd geleden een vrouw die ik van school ken in het gezelschap van een man, niet de hare, met een hond. De vrouw groette mij, ik groette terug en keek daarbij kennelijk wat al te nadrukkelijk naar de hond die de man aan de lijn had, waarop de man riep: 'leuk issie, he? Je mag hem hebben, maar dan krijg je mij erbij!'
Nou. Zeg maar, wat had u gedaan? Ik weet het wel hoor. U had vaag geglimlacht, was in uw auto gaan zitten, en was al dan niet hoofdschuddend weggereden. Klaar.
Ik niet. Nee hoor. Ik begon eerst te schutteren: "Nou... neuh, da's nou ook weer niet nod... Eh ik bedoel, jah, hij is leuk... maar...' en stapte pas daarna in mijn auto. Waar ik uit pure frustratie een hapje uit de bekleding nam.
Verschrikkelijk.
Ik kon alleen maar hopen dat ze inmiddels al zo ver weg waren, dat ze het eigenlijk al niet eens meer gehoord hadden.
Ook erg is het als je halverwege je zin al denkt 'dit gaat fout'. Je begint een zin en weet dat je er geen goed eind aan kunt breien. "Goh, gaan jullie nog allemaal leuke dingen doen als jullie in Amerika zijn of eh..." Het enige waar zo'n zin voor dient is als voorzetje voor een terecht lullig antwoord: 'Nee, we gaan er alleen maar heel stomme dingen doen'. 'Haha haha, ja, haha'. Leuk gesprek, dit!
Prikkende oksels.
Waarom moet de telemarketeer altijd mijn nerveuzige geblaat aanhoren over dat ik nu op de kwekerij ben, of juist mijn tanden sta te poetsen? Wat heeft de caissiere eraan te weten dat ik altijd teveel boodschappen meeneem als ik geen boodschappentas bij me heb, de postbode dat ik toevallig nét op internet zat te kijken wanneer het pakje nou zou komen?
Too much information!
Het zal dus ook geen verrassing zijn dat ik telefoongesprekken zo veel mogelijk probeer te vermijden. Ik stuur liever een smsje, dat kan ik eerst vijf keer wijzigen, lees: inkorten, voordat ik op 'stuur' druk. Want ik snap mijn eigen zeg-stress wel; teveel zéggen.
Maarja. Je ontkomt er niet altijd aan. Vandaag rinkelde de telefoon onophoudelijk. En ik was weer niet op mijn best. Maar gelukkig voor mij waren de meeste gesprekjes kort, met mensen die zelf wel de kunst verstaan om hun boodschap te droppen en daarna vlot het gesprek te beeindigen.
Maar. Er is er altijd eentje... en die kreeg 'm: -het venijn, zoals dat hoort, in de staart- 'Nou, tot volgende week dan maar.' Hierna had ik kunnen volstaan met een simpel 'Dág!' Maar nee. Kennelijk vond ik het nodig er nog iets aan toe te voegen: 'En eh... een goede Hemelvaart hè?'
Zucht.

7.5.12

All play and no work

Dit zou zomaar eens een heel nieuw verslavinkje kunnen worden



Ook tijd teveel? Klik voor Jittergram.

(Nee, gekkie! Ik heb natuurlijk helemaal geen tijd teveel. En jij ook niet! Maarja, dat is het hem nou net, addiction is a bitch!)